terug


De huisknecht

16 januari 1998. 14.10 uur: telefoon.

'Ja, met mevrouw Blokker. Moet u eens luisteren. Ik heb een huisknecht en nu heeft hij in korte tijd voor de tweede keer een aanrijding met mijn auto veroorzaakt. En nu wil ik graag dat hij een paar rijlessen neemt, want ik ben heel erg kwaad op dit moment, dat begrijpt u. Kunt u vandaag nog een les aan hem geven?'
'Ja mevrouw, dat kan om half 4'.
'Nou, nee dat komt me niet goed uit. Misschien iets later. En misschien is het goed als hij ook iets van de theorie leert. Want daarin is vast ook veel veranderd'.
'Zal ik een theorieboekje meebrengen?'
'Hoe duur is dat?' informeert ze.
'ƒ29,50'.
'Nou nee, dat is veel te duur'.

We spreken om 5 uur af voor een flat in Presikhaaf.
Ik zit daar te wachten en daar komt mevrouw op me af, met in haar kielzog de huisknecht.

'Dag mevrouw', zegt ze, 'ik ben mevrouw Blokker en dit is de man waarover ik u sprak. Ik wil u graag eerst even alleen spreken in de auto, zou dat gaan?'
En tegen de huisknecht: 'Wacht jij hier even, Hans?'
'Ja mevrouw'.

'U weet hoe de situatie is, hij heeft nu voor de tweede keer in korte tijd een aanrijding veroorzaakt met mijn auto en dat pik ik niet langer. Hij moet nu maar eens een paar rijlessen hebben. En hij heet Hans. Ik heb hem onder mijn hoede genomen en ik probeer hem iets bij te brengen. En ik vind het heel belangrijk dat hij met twee woorden spreekt, dat soort zaken. Begrijpt u?'
En dan naar Hans: 'Ja, Hans, je kunt komen'.
'Ja mevrouw'.

Ik stap uit en begroet Hans vriendelijk. En ondertussen begin ik een zwak voor hem te krijgen.

Als ik naast hem zit, zegt hij dat de stoelleuning iets achteruit gedraaid moet worden. Maar nu ligt hij bijna in de auto. 'Zet hem toch maar weer iets hoger. En nu de riem eerst omdoen.'
'Ja', zegt Hans.
'Wat!!', commandeert mevrouw vanaf de achterbank.
'Ja mevrouw', zegt Hans gedwee.

En zo vertrekken we vanaf de flat. Schakelen, uitkijken, het gaat allemaal zeer voorbeeldig. Gelukkig geeft hij de vrachtauto van links, die ten onrechte doorrijdt, geen voorrang, anders hadden we op de eerste hoek al een aanrijding gehad.
We gaan linksaf, richting Velp. Alle wegen rond Presikhaaf zijn op dit uur verstopt, dus we moeten wel alle sluipweggetjes nemen. Mevrouw begrijpt dit gelukkig.
We steken de voorrangsweg in Velp over, Hans kijkt vrij laat naar links en rechts, dus het duurt wat lang. Ik leg het maar een beetje breedsprakig uit, want veel kan ik hem niet leren. 'Dus al vroeg beginnen te kijken, Hans', zeg ik.
'Ja mevrouw'.

Ik vind het wel wat hebben, dat 'ja mevrouw'. Andere leerlingen ook eens vragen.

De les verloopt voorspoedig. Hans maakt op de goede momenten een paar simpele fouten, zoals: 'Hoe hard mag je hier rijden?'
'60 mevrouw'.
'Nee Hans, binnen de bebouwde kom is het altijd 50, of 70 natuurlijk, maar nooit 60. Buiten de bebouwde kom wordt het dan 80, dus bij dit bordje einde bebouwde kom'.
'Ja mevrouw'.
We gaan nu rechtsaf bij Bronbeek en linksaf naar de hellingproef en door de Geitenkamp. Deze wijk zal de mevrouw ook wel nooit van binnen bekeken hebben. Hans gaat zo nu en dan wat links door de bocht, heerlijk weer een fout.
Beneden bij de Apeldoornseweg is het erg druk, maar eindelijk komt er een gat, waar Hans vaardig tussen springt. Ik vertel van mijn busavonturen hier, de achting van mevrouw stijgt.
Dan naar beneden, de stad door en het plein rechtdoor naar de oude brug. Plein uitgelegd, alles gaat gesmeerd.
Waar moet ik nu dan heen? Het is overal zo druk. Linksaf dan maar, Malburgen in. Dat lukt bij de Rijnhal, en daar doe ik, op verzoek van mevrouw, het bochtje achteruit.

Echter, inmiddels was de telefoon gegaan en mevrouw achterin heeft opgenomen.
'Met Barbara. Och mevrouw Koch. Wat zegt u? En stofzuigen ook? Ja ik begrijp het. Ik vind het heel vervelend. Nee, dat zal niet meer voorkomen. Ja, ik zal het met hem over hebben. Ja, dan komt hij zondag, op zijn vrije dag en dan zal hij het inhalen. Ja, dat moet dan maar op zijn vrije dag. En ik zal disciplinaire maatregelen nemen. Ik hoop echt dat dit niet meer voorkomt. Dag mevrouw Koch'. Einde gesprek.
Dan tegen Hans: 'Dat was mevrouw Koch, waar jij van de week bent geweest, maar zij was helemaal niet te spreken over je werk. Je hebt de kantjes eraf gelopen. Je moet er nu zondag weer heen'.
'Ja, mevrouw. Hoe laat moet ik er zijn, mevrouw?'
'Om 10 uur en zorg dat je op tijd bent. Ik wil geen klachten meer over je horen, heb je dat begrepen?'
'Ja mevrouw'.
'En je krijgt 4 weken huisarrest'.
'Ja mevrouw'. 'Moet ik dan ook weer alles dweilen?'
'Ja natuurlijk, dat was ook niet goed gedaan'.
'Hoe laat ben ik daar dan klaar?'
'Om 6 uur, en dan kom je meteen naar huis en naar je kamer, begrepen?'.
'Ja mevrouw'.

We rijden verder, richting nieuwe brug en dan onderdoor naar de Rijnkade. Ik spui alle kennis die ik over het verkeer kan verzinnen om het gesprek nog een beetje op het verkeer te richten. We rijden langs de Rijn en Hans ziet een bootje. 'Daar ligt het bootje van de familie Gerritsen en volgende week mag ik met hen mee', zegt hij blij.
'Nee Hans, dat is dan jammer maar je hebt huisarrest, dus dat gaat niet door. Ik zal mevrouw Gerritsen daar nog over opbellen'.
'Ja mevrouw'.

We naderen Presikhaaf weer en staan gelukkig nog enkele ogenblikken voor rood licht want ik ben iets te vroeg. Ik vertel nog enkele interessante details over de harmonicabus en dan bereiken we tenslotte de flat weer.
Hans moet alvast uitstappen, want mevrouw wil nog een laatste woordje met me spreken. Het lijkt wel een rijexamen, met gesprekje na. Ik zeg haar dat Hans heel goed kan rijden, hij houdt goed afstand, moet nog iets meer vooruit kijken en de bocht achteruit niet te hard rijden, dan zal het wel gaan.

Mevrouw betaalt met verve de 50 gulden en stapt chique uit. ‘Nou, bedankt voor de les en misschien tot ziens.’

Nou nee, toch maar liever niet, mevrouw. Maar dat zeg ik maar niet hardop.

Henny Kalisvaart.



terug